Spelen en speelmatriaal
Aan het spelen van de peuter wordt veel aandacht geschonken. In het spel komen verschillende aspecten naar voren zoals: motoriek, fantasie, imitatie, creativiteit, sociale vaardigheden en het experiment. Diverse geschikte en bruikbare materialen worden aangeboden om het spel te stimuleren.
De motoriek wordt onderverdeeld in de grove en de fijne motoriek. We denken bij grove motoriek aan fietsen, klimmen, hollen, springen, glijden, bouwen met kisten enz. Bij de fijne motoriek denken we aan: bouwen met duplo, nopper, blokken, kralen rijgen, tekenen, verven, kleien, plakken, puzzelen etc. Ook het spelen met water en zand wordt hieronder gerekend. Met duplo, blokken, auto’s etc. leren vooral de oudere peuters constructief bezig te zijn.
In onder andere de poppenhoek speelt het kind zijn eigen wereldje, het fantaseert en imiteert. Ook met auto’s, in de poppenkast en in de zandbak wordt volop gefantaseerd. In dit verband zijn een uitnodigende, stimulerende omgeving en een gezellige sfeer van groot belang.
Creatief en fantasievol is het kind bezig wanneer het verft, knipt, plakt, tekent, kleit of bouwt. Hierbij is het doen belangrijker dan het resultaat. Leidsters stimuleren, maar verplichten – in de regel – niet tot het vervaardigen van een “werkstukje”.
Door het spelen met elkaar, de gesprekjes in de kring, het spelletjes doen, het voorlezen enzovoorts worden de sociale vaardigheden ontwikkeld. “Op je beurt wachten” en “naar elkaar luisteren”. Deze activiteiten ondersteunen ook de taalontwikkeling. Aan de muzikale ontwikkeling besteden we aandacht door met elkaar te zingen en te spelen met instrumentjes.